Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zenuwenbonk, zenuwenknobbel, zenuwenmoot, zenuwpees

betekenis & definitie

erg zenuwachtig iemand.

En iemand hoeft nog lang geen ‘zenuwlijder’ te zijn, om toch zooveel ‘last van de zenuwen’ te hebben, dat zijn kennissen hem een ‘zenuwpees’ noemen. (De Groene Amsterdammer, 13/11/1937)

Welnee, zenuwemoot, laat dat nou maar aan je malle gabber over. (Ben Borgart, Buiten schot, 1975)