Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zeikstraal, zeikzever

betekenis & definitie

iemand die voortdurend klaagt; zeurpiet.

Nou, ze was weleens gevraagd in een speelgoedshop, maar daar kreeg ze alsmaar ‘zeikzevers’ die verantwoorde treintjes met gifvrije verf wilden hebben. (Jos Brink, Laat mij maar schuiven, 1988)

Zeikstraal! Gedane zaken nemen geen keer ouwehoer! (Dirk Dufraing, Rock ’n’ Roll, 1989) Zeven uur zeg ik toch. Zeikstraal. (De Volkskrant, 01/04/2000)