Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

stinkerd

betekenis & definitie

iemand die stinkt; vandaar ook: gemeen persoon. Soms ook als een goedmoedige aanspreekvorm: ouwe stinkerd.

Vgl. bunzing.Bloemen, Verhaage en Saalwijn, dat zijn lamlendige stinkerts, die nog geen hand zouwe durve uitsteken. (Lodewijkvan Deyssel, De kleine republiek, 1889)

Die stinkerd! ’k Zie liever zijn hielen dan zijn teenen! (Reimond Stijns, Hard labeur, 1904) ‘Vuile stinkerd,’ zei ik dichtbij zijn oor. (Hugo Claus, De zwarte keizer, 1958)