Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Rugartiest, ruggeklimmer, ruggetuffer, ruggewerker, rugracer, rugtoerist

betekenis & definitie

(Bargoens en jeugdtaal) homoseksueel iemand.

Flikker, ruigpoot, bruinwerker, rugartiest. (Adriaanvan Dis, Tropenjaren, 1986)

... en nou ook nog dat misselijke gedoe van die rugbeklimmer. (Haring Arie, De Sarkast, 1990)

Ga jij nou suggereren, dat ik als hetero opeens bruinwerker zou zijn, rugtoerist? (website Jiskefet, 16/04/2001)