Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Reetlikker

betekenis & definitie

vleier, slijmbal. Syn.: gatlikker, kontlikker.

Ik weet dat mensen als jij alleen maar ja-knikkers en reetlikkers in dienst hebben. (Bert Hiddema, Zwart geld, 1983)

Camiel zei ‘best gaaf’ en toen slenterden we naar zijn vader, die luidruchtig stond te praten in een groepje mensen. ‘Allemaal retenlikkers,’ mompelde Camiel tegen mij. (Hermine Landvreugd, Kont achteruit. Hoerig, 1999)