klein persoon. Syn.: onderdeur; opdondertje; opneukertje.
Zij, of dat kleine zwarte oplazertje: die pigment, of hoe u ’m noemt. (Jan de Hartog, Gods Geuzen, 1947-1949)
Gepubliceerd op 02-01-2020
betekenis & definitie
klein persoon. Syn.: onderdeur; opdondertje; opneukertje.
Zij, of dat kleine zwarte oplazertje: die pigment, of hoe u ’m noemt. (Jan de Hartog, Gods Geuzen, 1947-1949)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: