Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Limbo

betekenis & definitie

(jeugdtaal) Limburger; soms specifiek voor een Limburgse student. Vaak met de ondertoon van ‘dom iemand’.

Jongeren spreken ook over brabo’s, ito’sj'oego’s, rotto's en dorro's. De Limburgse popgroep Rowwen Hèze (die in het dialect zingt) wordt wel eens spottend Los Limbos genoemd (naar analogie van de succesrijke Amerikaanse tex-mexband Los Lobos).De trein van Maastricht naar Heerlen heeft als bijnaam de limbo-expres. In Eindhoven heet de weg waarlangs Limburgse studenten van de TU naar de trein lopen het limbopad. Limburg wordt ook vaak spottend Limbabwe genoemd, naar analogie van Zimbabwe en met de ondertoon van ‘achterlijk, ongeciviliseerd’. Ook onder Vlamingen is een Limburger synoniem van ‘iemand die traag van begrip of dom is’.

En daarbinnen zijn dan weer de mensen die zo’n beweging dragen: oude actievoerders die de Vondelstraat nog hebben meegemaakt en jonge ‘limbo’s’ net uit Brabant of Limburg, het haar tot op de wortels kaal geschoren en tot alles bereid wat God verboden heeft. (NRC Handelsblad, 02/11/1985)

Onder de troonpretendenten bevinden zich nogal wat Limbo’s, zoals de autochtone bewoners de Zuid-nederlanders noemen die een onevenredig aandeel in de scene hebben. (Elsevier, 08/11/1986)