Wat is de betekenis van limbo?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

limbo

Het begrip limbo heeft 4 verschillende betekenissen: 1) acrobatische dans. acrobatische dans uit Trinidad waarbij men zich met naar achteren gericht bovenlijf onder een steeds lager gelegde horizontale lat door moet bewegen. 2) Limburger. 3) voorgeborchte. 4) afzonderingspositie.

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Limbo

1) (1984) (stud. , min.) Limburger; soms specifiek voor een Limburgse student. Vaak met de ondertoon van 'dom iemand'. Jongeren spreken ook over Brabo's, Ito's, Joego's, Rotto's en Dorro's. De Limburgse popgroep (die in het dialect zingt), Rowwen Hèze, wordt wel eens spottend 'Los Limbos' genoemd (naar analogie van de succesrijke Amerikaanse...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

limbo

limbo - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) (rooms-katholiek) plaats voor de zielen van mensen die niet als zondaars kunnen worden beschouwd en dus niet naar de hel gaan, maar die niet gedoopt zijn en dus ook niet tot de hemel worden toegelaten 2. (figuurlijk) aparte tussenpositie die men krijgt toebedeeld limbo - Zelf...

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Limbo

(jeugdtaal) Limburger; soms specifiek voor een Limburgse student. Vaak met de ondertoon van ‘dom iemand’. Jongeren spreken ook over brabo’s, ito’sj'oego’s, rotto's en dorro's. De Limburgse popgroep Rowwen Hèze (die in het dialect zingt) wordt wel eens spottend Los Limbos genoemd (naar analogie van...

2024-04-28
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Limbo

Limbo - informeel en denigrerend voor ‘Limburger’; vnl. studententaal. Onder de troonpretendenten bevinden zich nogal wat Limbo’s, zoals de autochtone bewoners de Zuidnederlanders noemen die een onevenredig aandeel in de scene hebben. De harde kern praat met een zachte g. Elsevier, 08-11-86 De wraak van de gezette cineast was helemaal zoet toen 06...

2024-04-28
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Limbo

erotisch getinte dans waarbij je, achterover hellend, je onder een niet al te hoog boven de vloer gespannen touwtje of stok doorwurmt.

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

limbo

1. het voorgeborchte der hel; 2. gevangenis; the limbo of oblivion, de eeuwige vergetelheid; consign and to limbo, der vergetelheid prijsgeven.

2024-04-28
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

limbo

limbus, voorportaal (der hel).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Limbo

m. limbus; rand -, zoom van een kledingstuk; estar en el limbo, fam. verstrooid zijn.