Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

koddebeier

betekenis & definitie

onbezoldigde functionaris van de rijkspolitie op het platteland, een veldwachter. Oorspronkelijk een officiële benaming, later ook in pejoratieve zin gebruikt.

Volgens Van Dale sedert ca. 1521. De letterlijke betekenis van het woord is ‘iemand die met zijn knots (kodde) heen en weer zwaait (beiert)’.Een der stroopers is door den koddebeier herkend. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 26/11/1913)

‘Eervergeten stadskoddebeier,’ brulde hij. (Leonhard Huizinga, Prins Adriaan en prins Olivier, 1969)

< >