Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

karonje

betekenis & definitie

verachtelijk vrouwspersoon; feeks; vuile slet. Dit scheldwoord, tot vrouwen gericht, was in zeventiende-eeuwse kluchten heel gebruikelijk.

Het komt van het Franse woord carogne, dat op zijn beurt is terug te voeren op het Italiaanse carogna (aas, kreng).Karonje, ’t is jou schuldt, die zalf, dat stinkent goedt. (Lukas Rotgans, Boerekermis, 1708)

Om den dood geen woord, geen woord meer van die karonje, Frits! Ze loopt al met numero drie. (De Groene Amsterdammer, 14/06/1903)

‘Zo’n verdommes klein karonje!’ lachte Nonkel Nol. (A.M. de Jong, Het geslacht Verhagen, 1956)