(in adellijke kringen) lomp iemand.
Hij is niet wel bij het hoofd en vaak getroubleerd, een halve gare, een kaffer, kaffermozes of kafferientje, hij heeft soms de kolder in de kop en is niet bij zijn positieven, zij zijn beiden kierewiet, kiedewiet of knots. (Agnies Pauw van Wieldrecht, Vin-je dat we een hoed op moeten? Persoonlijke herinneringen aan een bijna vervlogen levensstijl, 2003)