Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Jan Grabbel

betekenis & definitie

de kleine burgerman die enkel de kruimels van de welvaart mag bijeen grabbelen.

Het toch al schamele verblijf van Jan Grabbel dus nog afgestaan en nog kleiner gemaakt, terwijl achteruit bij de officieren genoeg ruimte is. (Het Volk, 25/02/1913)

De man heeft openlijk geschreven, dat de burgemeester van Rhoon een dief is, en terecht, dat groote honden elkaar niet bijten. Was het Jan Grabbel geweest, dan was hij allang voor den bijl. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 01/11/1924)