Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

engerd

betekenis & definitie

griezelig persoon; iemand die er raar uitziet en zich raar gedraagt; vervelende, rare vent. Syn.: creep; griezel.

In het programma ‘Spijkers met koppen’ noemde Annemarie Jorritsma, vice-premier in het tweede kabinet-Kok, president Chirac ooit ‘een engerd'. Al eerder had ze zich badinerend uitgelaten over die vlerken van een fransozen.Wat zien ’k er toch uit! Wat ’n engert! Vin je niet? (Marcellus Emants, Inwijding. Haags leven, 1901)

... zoo’n schijnheilige engert... (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 01/12/1910)