lang, mager persoon. Eruitzien als de dood van Pierlala betekent ‘eruitzien als een geraamte’.
Pierlala is eigenlijk een naam voor ‘de Dood’. Het woord werd gevormd uit de eigennaam Pier (een verkorting van de naam Pieter) met toevoeging van la-la.
Een pierlala is in sommige streken in Vlaanderen een aanduiding voor een koddig of vreemd figuur. Meestal afgebeeld als een witte gedaante met ronde kop op een heel lang uitgerekt lijf.
Heestermans vermeldt dooie Pierlala in de betekenis van ‘saai, stijf, futloos persoon’. Reeds in de zeventiende eeuw was de (berijmde Zuid-Nederlandse) klucht populair.
Deze klucht, samengesteld uit vierentwintig coupletten, verhaalt van een verkwister en drinkebroer die schijndood in zijn graf wordt gelegd en uit de kist kruipt om terug te keren naar zijn vrouw en een braaf leven te leiden. Mogelijk ontstond het lied tijdens de invallen van de Fransen onder Lodewijk XIV in 1678.
Zie ook dooie Pierlala. Uit zijn hand komt koude warmte.Elektriciteit. Hij is mager en lang. De dood van Pierlala. (Andreas Burnier, De verschrikkingen van het noorden, 1967)
Hij zondert zich bij tijd en wijle af in een spiegelkabinet om via een aantal weerkaatsingen zichzelf te aanschouwen in de gedaante van een verklede paljas, een bepoederde galant, de Dood van Pierlala... (A.F.Th. van der Heyden, De Movo Tapes, 2003)
