(spottend) ouderwets iemand; persoon die de jaren zestig (de bloeiperiode van het hippiedom) heeft meegemaakt.
Hij zag er met zijn lange haren en veelkleurige haarband uit als een bejaarde hippie. (Het Parool, 06/09/1996)
Ik kokhalsde, want ik moest onmiddellijk denken aan die twee bejaarde hippies die na een langdurig kroegbezoek samen in één bed belandden om daar een one-night-stand te volvoeren. (Propria Cures, nummer 20-21 van jaargang 2001-2002)