ordinaire, hoerige vrouw. Vgl. discosnol, discotrut.
Die barlel had een hekel aan me met d’r volgevreten pens... (Haring Arie, Tweede Boek, 1969)
Ed ze ziet dat enigszins anders: ‘Voor een avondje zoenen loop ik er wel op af, soms, maar als ik een serieuze vriendin wil, dan ga ik niet naar de kroeg om een of andere barsnol te versieren.’ (HP/De Tijd, 21/07/1995)