Marsanne is een wit druivenras dat vooral voorkomt in het Rhônegebied in Frankrijk. Het is een van de acht rassen die zijn toegelaten in de AOC Côtes du Rhône. Naast Frankrijk staat het ras beperkt aangeplant in Australië, Zwitserland en Californië.
Marsanne wordt meestal gemengd met rousanne of viognier. Behalve in Châteauneuf-du-Pape, waar het ras verboden is.
Veel wijn van de marsannedruif wordt jong gedronken. Het zijn verkwikkende, vaak lichte wijnen met in de smaak perzik en citrus. In de geur zijn er aroma's van amandelen en citrusvruchten.
Uit de noordelijke Rhônevallei komen de de prestigeuze Cru's als Hermitage, Crozes-Hermitage, St-Joseph en St-Péray. Dit zijn volle, krachtige en rijpere wijnen van marsanne. Deze betere wijnen kunnen lang bewaard worden en hebben rijke en volle aroma's als rijpe perzik, peer, jasmijn en honing. Dit type heeft meestal houtrijping ondergaan en kan lang bewaard worden.
Marsanne is gevoelig voor meeldauw, rot en andere ziektes. Het ras heeft een lage zuurgraad. Ook is de druif gevoelig voor het klimaat. Bij een te warm klimaat wordt de druif te rijp, waardoor zijn zuren kunnen verdwijnen. Bij een koud klimaat rijpt de druif onvoldoende.
In Zwitserland heet het ras Ermitage of Hermitage. In de Lanquedoc wordt er cépagewijn (100% marsanne) van gemaakt.
Wijn van marsanne past goed bij visgerechten, schelp- en schaaldieren en vegetarische lasagne.
