Op kranten werd in de 19e eeuw belasting geheven doormiddel van een dagbladzegel. De belasting werd in 1812 tijdens de Franse bezetting ingevoerd en werd in Nederland op 1 juli 1869 afgeschaft.
De belasting op kranten was in het jaar 1832 extreem hoog. Een krant was dan ook slechts betaalbaar voor de rijke elite. Ook konden er geen nieuwe dagbladen ontstaan door de invoering van de Dagbladzegel. In de eerste helft van de 19e eeuw kampten kranten ook vaak met economische problemen door de Dagbladzegel. Als reactie op deze krantenbelasting drukten kranten hun blad bijzonder klein en zeer dichtbedrukt: zelfs de randen aan de zijkant werden gebruikt.
In België werd de Dagbladzegel in 1848 afgeschaft, in Nederland in 1869. De prijs van kranten halveerde, waardoor er steeds meer kranten gedrukt werden. Veel kranten verschenen sinds dien ook vaker per week. Ook verschenen kranten opeens op zeer grote formaten toen de Dagbladzegel werd afgeschaft. Mede daardoor is het formaat van de Nederlandse kranten nu ook nog groot in vergelijking met buitenlandse kranten.
