Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie S
- schoenveter
- schoenwinkel
- schoenzool
- schoep
- schoepenrad
- schoffel
- schoffelen
- schofferen
- schoffie
- schoft
- schofterig
- schofthoogte
- schok
- schokbestendig
- schokbeton
- schokbreker
- schokdemper
- schokeffect
- schokgolf
- schokken
- schokker
- schokschouderen
- schoksgewijs
- schokstaking
- schokvast
- schol
- schola cantorum
- scholarisatie
- scholast
- scholastiek
- scholastisch
- schold
- scholekster
- scholen
- scholengemeenschap
- scholier
- scholing
- schollevaar
- schommel
- schommelen
- schommeling
- schommelstoel
- schompes
- schond
- schone
- schonen
- schonk
- schonkig
- schoof
- schooien
- schooier
- schooieren
- school
- schooladviesdienst
- schoolagenda
- schoolarts
- schoolatlas
- schoolbank
- schoolbegeleidingsdienst
- schoolbehoeften
- schoolbezoek
- schoolbibliotheek
- schoolblad
- schoolblijven
- schoolboek
- schoolboekhandel
- schoolbord
- schoolbordverf
- schoolbus
- schooldag
- schooldecaan
- schooldokter
- schooleditie
- schooletui
- schoolexamen
- schoolfeest
- schoolfonds
- schoolfrik
- schoolgaan
- schoolgaand
- schoolgebouw
- schoolgeld
- schoolgerief
- schoolhoofd
- schooljaar
- schooljeugd
- schooljongen
- schooljuf
- schoolkaart
- schoolkameraad
- schoolkamp
- schoolkennis
- schoolkind
- schoolklas
- schoolkrant
- schoolkrijt
- schoollokaal
- schoolmaatschappelijk
- schoolmakker
- schoolmeester
