Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie G
- genealoog
- Geneefs
- geneesbaar
- geneesheer
- geneesheer-directeur
- geneeskracht
- geneeskrachtig
- geneeskunde
- geneeskundig
- geneeskundige
- geneeskunst
- geneeslijk
- geneesmiddel
- geneeswijze
- genegen
- genegenheid
- geneigd
- geneigdheid
- genenbank
- genenpaspoort
- genepen
- generaal
- generaal-majoor
- generaalschap
- generaalsrang
- generalaat
- generale
- generalisatie
- generaliseren
- generalisering
- generalist
- generaliteit
- Generaliteitslanden
- generaliter
- generatie
- generatie-Y
- generatieconflict
- generatief
- generatief-transformationeel
- generatiekloof
- generatiepact
- generatiestudent
- generatiewisseling
- generator
- generen
- genereren
- genereus
- generfd
- generiek
- generisch
- generlei
- generositeit
- genese
- geneselijk
- genetica
- geneticus
- genetisch
- genetkat
- geneugte
- geneuzel
- genezen
- genezing
- gengewas
- geniaal
- genialiteit
- genie
- genieofficier
- geniep
- genieperd
- geniepig
- geniepigerd
- genietbaar
- genieten
- genieter
- genieting
- genietroepen
- genist
- genitaal
- genitalia
- genitief
- genius
- genmutatie
- genocide
- genodigde
- genoeg
- genoegdoening
- genoegen
- genoeglijk
- genoeglijkheid
- genoegzaam
- genoemd
- genoffel
- genomen
- genoom
- genoot
- genootschap
- genot
- genoten
- genotmiddel
- genotsrecht