Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie D
- deeltijdbaan
- deeltijds
- deeltje
- deeltjesversneller
- deelverzameling
- deelwoord
- deemoed
- deemoedig
- deemstering
- Deen
- Deens
- Deense
- deepfake
- deerlijk
- deern
- deernis
- deerniswekkend
- defaitisme
- defaitist
- defaitistisch
- default
- defect
- defectief
- defederaliseren
- defensie
- defensie-uitgaven
- defensief
- deferentie
- defibrillator
- defibrilleren
- deficiëntie
- deficiëntieziekte
- deficit
- deficitair
- defilé
- defileren
- definiëren
- definitie
- definitief
- deflatie
- deflatoir
- defloratie
- defloreren
- deformatie
- deformeren
- defragmentatie
- defragmenteren
- deftig
- degelijk
- degelpers
- degen
- degene
- degeneratie
- dégénéré
- degenereren
- degenkoppel
- degenslikker
- degoutant
- degouteren
- degradant
- degradatie
- degradatiekandidaat
- degradatiespook
- degraderen
- degressie
- degustatie
- degusteren
- dehydratie
- dei
- deinen
- deining
- deinzen
- deïsme
- deïst
- déjà vu
- dejeuner
- dek
- dekbed
- dekblad
- deken
- dekenaal
- dekenaat
- dekenij
- dekenspeld
- dekenzak
- dekhengst
- dekken
- dekking
- dekkingsbijdrage
- dekkingsplan
- dekkleed
- deklaag
- deklading
- deklanding
- deklast
- deklat
- dekmantel
- dekolonisatie
- dekoloniseren
- dekpassagier
