Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie S
- structuur
- struik
- struikelblok
- struikelen
- struikgewas
- struinen
- struisvogel
- studeerkamer
- student
- studentenleven
- studeren
- studie
- studiebegeleiding
- studiebeurs
- studieboek
- studiefinanciering
- studierichting
- studievriend
- stug
- stuifmeel
- stuifzand
- stuip
- stuiten
- stuiter
- stuiven
- stuiver
- stuk
- stukadoor
- stukmaken
- stukscheuren
- stumper
- stuntelig
- sturen
- stuur
- stuurboord
- stuurhut
- stuurman
- stuurs
- stuwdam
- stuwen
- subject
- subjectief
- subsidie
- substantie
- substitutie
- subtiel
- succes
- successie
- successiebelasting
- successierechten
- succesvol
- sudderen
- suf
- suffen
- sufferd
- suggereren
- suggestie
- suiker
- suikerbiet
- suikerbrood
- suikerpot
- suikerriet
- suikervrij
- suikerziekte
- suizen
- sukkel
- sukkeldraf
- sukkelen
- sul
- super
- supermarkt
- supplement
- suppoost
- supporter
- surfen
- surplus
- surveillance
- surveilleren
- sussen
- symbiose
- symboliek
- symbolisch
- symbool
- symfonie
- symmetrisch
- sympathie
- sympathiek
- synode
- synoniem
- syntactisch
- synthetisch
- systeem
- systematisch
