Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie N
- neuken
- neuriën
- neuroloog
- neus
- neusbeen
- neusbloeding
- neusgat
- neushoorn
- neusklank
- neuslengte
- neutraal
- neuzen
- nevel
- nevelig
- nicht
- niemand
- nier
- niesbui
- niet
- nietig
- nietje
- niets
- nietsnut
- nietszeggend
- niettegenstaande
- niettemin
- nietwaar
- nieuw
- nieuwbouw
- nieuweling
- nieuwerwets
- nieuwigheid
- nieuwjaarsdag
- nieuwkomer
- nieuws
- nieuwsgierig
- nieuwsgierigheid
- nieuwsuitzending
- nieuwtje
- niezen
- nijd
- nijdig
- nijlpaard
- nijpend
- nijptang
- nijver
- nijverheid
- nikkel
- niks
- niksen
- nis
- niveau
- nivelleren
- noch
- nochtans
- nodeloos
- nodig
- noemen
- noemer
- nog
- nogal
- nogmaals
- non
- nonchalant
- nonsens
- nood
- nooddeur
- noodgedwongen
- noodgeval
- noodhulp
- noodkreet
- noodlanding
- noodlot
- noodlottig
- noodrem
- noodsein
- noodstop
- noodtoestand
- nooduitgang
- noodvulling
- noodweer
- noodzaak
- noodzakelijk
- noodzaken
- nooit
- Noor
- noord
- Noord-Holland
- noordelijk
- noorden
- noordenwind
- noorderbreedte
- noorderlicht
- noordoosten
- noordpool
- Noordzee
- Noors
- Noorwegen
- noot
- nop
