Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie N
- nasleep
- naspelen
- nasporen
- nastaren
- nastreven
- nat
- natekenen
- natheid
- natie
- nationaal
- nationalisme
- nationaliteit
- natmaken
- naturalisatie
- naturaliseren
- natuur
- natuurbehoud
- natuurbescherming
- natuurkunde
- natuurkundige
- natuurlijk
- natuurramp
- natuurreservaat
- natuurschoon
- natuurverschijnsel
- natuurwetenschap
- nautisch
- nauw
- nauwelijks
- nauwgezet
- nauwkeurig
- nauwlettend
- navel
- navelstaren
- navolgen
- navolging
- navorsen
- navraag
- naweeën
- nawerking
- nazaat
- nazeggen
- nazenden
- nazien
- nazomer
- nazorg
- nectar
- nederig
- nederlaag
- Nederland
- Nederlander
- Nederlands
- nederzetting
- nee
- neef
- neer
- neerdalen
- neerhalen
- neerkijken
- neerknielen
- neerkomen
- neerleggen
- neerschieten
- neerslaan
- neerslachtig
- neerslag
- neerstorten
- neervallen
- neerwaarts
- neerzetten
- neet
- negatief
- negen
- negentien
- negentig
- neger
- negeren
- negerin
- negotie
- neigen
- neiging
- nek
- nemen
- nep
- neppen
- nerf
- nergens
- nerveus
- nest
- nestelen
- net
- netelig
- netheid
- netjes
- netnummer
- netto
- nettoloon
- netvlies
- netwerk
- netwerken