Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie M
- minister
- ministerie
- ministerraad
- minnaar
- minnekozen
- minnelijk
- minst
- minstens
- minutieus
- minuut
- minvermogend
- minzaam
- mirakel
- mis
- misbaar
- misbruik
- misbruiken
- misdaad
- misdaadroman
- misdadig
- misdadiger
- misdragen
- misdrijf
- misgaan
- misgreep
- misgunnen
- mishandelen
- mishandeling
- miskennen
- miskoop
- miskraam
- misleiden
- misleiding
- mislopen
- mislukken
- mislukking
- mislukt
- mismaakt
- mismoedig
- misnoegd
- misnoegen
- misplaatst
- misrekening
- misschien
- misselijk
- misselijkheid
- missen
- missie
- misslag
- misstand
- mist
- misten
- misthoorn
- mistig
- mistlamp
- mistroostig
- misvatting
- misverstand
- misvormd
- mits
- mixen
- mixer
- mobiel
- mobilisatie
- mobiliseren
- mobilofoon
- modder
- modderig
- mode
- model
- modern
- moderniseren
- modezaak
- modieus
- moe
- moed
- moedeloos
- moeder
- Moederdag
- moederlijk
- moedermelk
- moedertaal
- moedervlek
- moederziel alleen
- moedig
- moedwil
- moedwillig
- moeheid
- moeilijk
- moeilijkheid
- moeite
- moeiteloos
- moeizaam
- moer
- moeras
- moerassig
- moes
- moestuin
- moeten
- mogelijk
