Gepubliceerd op 21-06-2017

Soldaat

betekenis & definitie

1 elke - draagt de maarschalksstaf in zijn ransel, zie maarschalksstaf.

2. - maken, leegdrinken (een fles); helemaal verorberen (een maaltijd). Deze slanguitdr. vinden we terug in de meeste spreekwoordenboeken (o.a. Harrebomée) en bij Draaijer: Woordenboekje van hetDeventersch dialect (1936). Volgens Van Ginneken was de uitdr. al bekend bij de artillerie rond 1860. De meningen omtrent de herkomst zijn evenwel verdeeld. Huizinga denkt aan de spreekwoordelijke soldatenmaag, die te pas en te onpas alles in zich opneemt en verdraagt. Stoett meent dan weer de uitdr. te verklaren uit het West-Vlaamse woord soldaat voor ‘een koe die bestemd was voor het leger5, terwijl Vercouillie de zegswijze gewoon verklaart als ‘inlijven’. De mening van de Duitse slangspecialist Küpper sluit hier eigenlijk bij aan, want hij geeft als verklaring het voorbeeld dieses Geld wird Soldat ‘dit geld wordt verspeeld, uitgegeven’, eigenlijk ‘het verdwij nt uit het bezit zoals de soldaat uit het burgerleven’. Vgl. ook burgemeester maken.

Twaalf spie restten mij en die moesten óók soldaat gemaakt worden. (Piet Bakker: Jeugd in de Pijp, 1962)

Toen we namelijk die eerste kist champagne soldaat aan ’t maken waren gaf Jan al toe dat ik gelijk had voor wat betreft het huwelijk. (Paul van Mook: Bajesverhalen, 1980)

Ik heb nog een fles oude cognac verstopt, weet u: die maken we dan samen soldaat... (Theun de Vries: Wieken tegen tralies, 1982)

De kratjes verhuisden naar de kamer van de jarige. Ze werden in gezwinde spoed soldaat gemaakt, eerst onder luide verwensingen aan het adres van de laffe schenker, maar gaandeweg bedaarde die storm. (Lévi Weemoedt: Een treurige afdronk, 1983)

Mama zal wel een halve fles soldaat maken. (Hermine de Graaf: Stella Klein, 1990)