uitgevloerd
(1966) (inf.) totaal uitgeput, aan het eind van zijn krachten. • Uitgevloerd? Voelt U zich 's avonds zo lamgeslagen, dat u ’t liefst naar bed zou willen gaan? (advertentie in Het Parool, 21/01/1966) • In de kamer naast hem hoorde hij de zware ademhaling van Jantje. Uitgevloerd, dacht de soldaat ... (Jan Schilt: Soldaatje spelen ond...