Gepubliceerd op 21-06-2017

Solotoer

betekenis & definitie

op de - gaan, eufemisme en jeugdtaal voor ‘masturberen’. Slangsyn. zijn: eigen hulp; met de handkar (over de zolder) rijden/ gaan; van de handenwerkersvriendenkringzijn. Mijn vriend weet dat ik het nog steeds doe en vindt dat niet erg. Doet het zelf ook. Zo vaak zien we elkaar niet, dus gaan we af en toe op de solo-toer. (Webber, oktober 1994)