Gepubliceerd op 21-06-2017

Snuitje

betekenis & definitie

1. een - bij iemand halen, bij iemand in het gevlij trachten te komen. Marineslang (Harmsen).

2. een - hebben, succes hebben bij vrouwen; goed in de markt liggen. Marineslang. Syn. smoeltje hebben (Harmsen).
3. ja, -, het is je weer met praatjes gelukt. Populaire uitroep onder mariniers.
4. op het-, zeemansslang voor ‘op de pof, in het bijz. in de uitdr. op het snuitje neuken.

Nou, toen ik dat wist, ging ik op de pof fleppen. Aan boord noemden we dat ‘Op het snuitje neuken’. De meeste jongens aan boord hadden dan ook op hun snuitje geflept. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant, 1968)