Gepubliceerd op 21-06-2017

Dofslag

betekenis & definitie

een - maken

oude Bargoense uitdr. voor ‘het plegen van een brutale diefstal, waarbij de aandacht van mogelijke getuigen wordt afgeleid met behulp van een handlanger die zich onder het publiek mengt’. Ook in de uitdr. dat is ’n dofslag, gezegd m.b.t. het resultaat, nl. ‘altijd prijs; voordeel gegarandeerd’. Wellicht terug te voeren tot dof in de bet. ‘buitenkans, treffer’, al voorkomend in de 17de eeuw. Het Bargoense werkwoord doffen bet. hetzelfde als een dofslagmaken. Een dofferd is een ‘klap’ maar ook een ‘ketel’ (een rooie dofferd) en komt al voor bij Koster Henke.

< >