comparatief van voor, dus : meer naar voren, vooruit gaan, vandaar: bevorderen, als overgankelijk; b.v. in Vondels tijd ,,voorderaars” — bevorderaars; „het welvaren te helpen voorderen" ; vgl. loopen (intrans.) en beloopen (transit.). Ook had vorderen oudtijds de bet. van: vóór laten komen, vóór zich roepen, ontbieden, waaruit later de bet. eischen, vergen ontstond; men eischt, dat iemand komt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk