Gepubliceerd op 20-07-2020

Toer

betekenis & definitie

van ’t Fr. tour, van tourner = keeren, wenden, draaien, van ’t Lat. tornare. Een toer bij ’t breien: als men een draai, een rondte heeft gedaan. Een rijtoer van toeren = rondrijden; men komt op ’t punt van uitgang weer terug, wat bij een tocht niet het geval is. De uitdrukking : een hele toer (een lastige taak) zal wel bij ’t breien thuishooren.