„een span lengte”; „een spanne tijds”, een afl. van spannen en bet. letterlijk: de afstand tusschen den uitgespannen duim en pink, dus een kleinigheid vergeleken bij een vadem: de lengte der uitgestoken armen. Spannen zelf komt van den Germ. wt. span = rekken ; vgl. nog spant = de uitgespannen latten of balken op het dak. Daar veelal ook touwen (voorheen : riemen) gespannen werden, kreeg span ook de bet. van riem of touw zelf, en spannen als denom.: met een riem binden; vgl. een paard voor den wagen spannen. Een span paarden, staat feitelijk voor: een gespan = samenspan (vgl. buur, voor gebuur.) — In „de kroon spannen” bet. spannen óók binden ; immers kroon was vroeger de naam voor krans, lauwerkrans; wie dus de „kroon spande” was n° 1.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk