Gepubliceerd op 20-07-2020

Nood

betekenis & definitie

(Got. nauth-s = dwang, gevaar, nood), in ’t Germ. nauti, houdt men voor een afl. op ti van een niet nader aan te geven Voorgerm. wt. nau, die met ons NAUW moet samenhangen en benauwen bet.; vandaar: in ’t nauw gedreven zijn, kwellen, dwingen. Nooden (uitnoodigen) is letterlijk: dwingen, later met vriendelijker bet.: dringend verzoeken.

< >