(Mnl. gkesinde), staat voor: gezinde, van ’t Oudgerm. sintha = weg, reis. In 't Got. was gasintha, = medereiziger, reisgenoot. Gezin was dus een collectief voor reisgenooten. Oorspr. zag het woord dan ook op het gevolg van een vorst: ,,de vier Heeren met hun gezinde'’’; later ook op de bedienden van een vorstelijk persoon: „Isaac had een groot gesinde”, en Hooft: ,,Het gesin (het dienstpersoneel) was oock naer de kermis getrocken”, en eindelijk bet. het: familie, huisgezin.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk