Gepubliceerd op 20-07-2020

Gemelijk

betekenis & definitie

Het grondwoord, ’t Os. gaman, Eng. game, is spel, grap; bijv. Hildegaersbergh spreekt nog van gemen = grappen, grillen, kuren, mikken. Het woord gemelijk was dus oorspr.: speelsch, vroolijk, terwijl ’t tegenwoordig meer het tegenovergestelde bet.; uit de bet. van grappig, boertig ontwikkelde zich n.l. de bet. van: vreemd, raar, zonderling, nukkig.