Gepubliceerd op 20-07-2020

Elders

betekenis & definitie

(oorspr. elre + s) bet. anders, ergens anders; Got. aljis — een ander, evenals ’t Lat. alius. — Ellende (Os. eli-lendi) = in een ander land, en verder het zich daar bevinden, dus ballingschap, waaruit de bet. van armoede ontstond. Vgl. ’t Mnl.: ,,Het es niemen el" = ’t is niemand anders.