Solidágo is afkomstig van solidare of solidum agare : gezond maken, helen, vastmaken, omdat de Guldenroede als een wondhelende plant bekend stond. De soortnaam is ontstaan uit de Latijnse woorden virga : roede of tak, en aurea : goud, dus Guldenroede, vanwege de rechte stengel bezet met goudgele bloemen die in een tros gerangschikt staan.
In de Achterhoek spreekt men van Golden kettinks, hetgeen eveneens attendeert op de vorm en de kleur van de bloeitros.De naam Heidens wondkruid schijnt niet meer voor te komen, wel de verbastering tot Heidens wonderkruid. In de loop der tijden heeft men geen aandacht meer geschonken aan de helende krachten en is men gaan spreken van Heidens wonderkruid, zelfs van Heidens wormkruid. Niet alleen als wondhelend stond de Guldenroede bekend, maar ook werd ze aangewend bij andere ziekten en kwalen. Niet alleen het blad, ook de wortel werd aangewend. De plant was in de apotheek aanwezig onder Herba et Radix Consolidae Saraceniae. Men beweerde dat in de middeleeuwen de Arabische Saracenen, de Moren van Spanje, het kruid gebruikten om wonden te helen.
Daar deze Saracenen tot de heidenen gerekend werden ontstond de naam Heidens wondkruid. Hieronymus Brunschwijgk (1500) beweert dat de Germanen het gekneusde kruid eveneens gebruikten om wonden te genezen en dat dus het woord heidens op dit volk betrekking had.
Een oude Latijnse benaming bij L. Fuchs (1543) duidt eveneens duidelijk op de Saracenen, want bij hem heet de plant Solidago Sarracenica, door hem ook wel Consolida Sarracenica genoemd. Het helend, samentrekkend karakter van de gekneusde bladeren zal wel liggen in het feit dat zij looistoffen bevatten. Bij nierziekten wordt de plant nog in de homeopathie aangewend. De bladeren dienden vroeger als een surrogaat voor thee. De bladeren en de bloemen werden gebruikt om een gele kleurstof te verkrijgen.
