De naam anthyllis is samengesteld uit de Griekse woorden anthos: bloem, en ioulos: dons of baard, vanwege de witte, zachte kelkharen. Deze geslachtsnaam komt waarschijnlijk van Dodonaeus die voor het eerst schrijft van Anthyllis prior of Anthyllis met Linsebladeren. Dioscorides kende eveneens een Anthyllis, maar deze plant is niet onze Anthyllis vulneraria, maar Frankénia pulverulenta, een plant uit het Middellandse zeegebied en bij ons slechts als een zeldzaam adventiefplant bekend.
Bovengenoemde soort is de enige vertegenwoordiger van dit geslacht in ons land. Vulneraria beduidt wondhelend, naar het Latijnse vulnerare: verwonden; in dit geval niet wonden maken maar wonden helen.De naam Wondklaver slaat behalve op het helend karakter, ook op de gelijkenis van de bladeren met die van klaversoorten. Een andere naam die op de geneeskracht attendeert vinden we in de volksnaam Wondkruid, zoals de plant genoemd wordt in het graafschap Zutphen, West Friesland en het Duingebied. Dit zijn geen verzonnen namen maar namen door de bevolking aan het kruid gegeven. De plant bevat een hoog gehalte aan looistoffen en maakt haar daarom geschikt om op wonden gelegd te worden. Meestal doet men dit met het gekneusde kruid, maar men gebruikt ook wel een aftreksel van de plant. Thee getrokken van de Wondklaver gebruikte men niet alleen als bloedreinigend middel maar ook om de stoelgang te bevorderen. In de homeopathie geldt de plant als urineafdrijvend en een tinktuur bereid uit de bladeren en bloemhoofdjes is goed tegen galstenen.
Een andere naam die de plant heeft gekregen, maar een die waarschijnlijk niet meer in omloop is, is Gele zandhlaver. Deze naam wijst op de kleur van de bloemen en de groeiplaats: De plant heeft een voorkeur voor een zandige bodem, zoals de kalkrijke duinen, droge zandgronden en het kalkrijke Lössdistrict. In het volksgeloof speelde de Wondklaver een bescheiden rol. We vinden alleen vermeld dat de plant antidiabolische krachten bezat, want legde men het kruid in de wieg, dan was het kindje beschermd tegen boze geesten en machten.
