Trigonum

betekenis & definitie

(driehoek) acusticum, onderste groeve der fossa rhomboidea. T. caroticum Gerdy, de tongbeengroeve. T. caroticum inferius Ruedinger, = fossa supraclavicularis major. T. caroticum superius Ruedinger, = fossa carotica. T. cerebrale, = fornix cerebri. T. cervicale inferius, = fossa supraclavicularis major. T. claviculo-pectorale, driehoek tusschen den bovenrand van den musc. pectoralis minor en het sleutelbeen. T. collaterale, driehoekig veld in de zijkamers der hersenen. T. collaterale ventriculi quarti, = ala cinerea. T. colli laterale, = regio colli lateralis. T. colli medianum, = regio colli anterior. T. coraco-acromiale, tusschen den proc. coracoideus en het acromion. T. cubitale, = fossa cubitalis. T. deltoideo-pectorale, fossa infraclavicularis, groeve van Mohrenheim. T. dorsale, tusschen de corpora bigemina ant. T. durum (Bergmann), ruimte tusschen de lamina quadrigemina (zie ald.) en de colliculi superiores. T. femorale, groeve tusschen den liesband en den musculus sartorius en musculus adductor longus. Trigona fibrosa, vezelachtige verdikkingen waarmede de linker annulus fibrosus aan den wortel der aorta begint. T. habenulae (zie Habenula), de driehoekige merglaag van het corpus pineale. T. Hueteri, s. hypoglossi, = triangulus hypoglosso-hyoideus.T. illo-pectineum, fossa-ilio-pectinea. T. inferius commissurae posterioris cerebri, onderste helft der commissura posterior. T. infraclaviculare, = fossa infraclavicularis. T. infratemporale, het niet met kraakbeen bedekte stuk van den gewrichtsknobbel van het onderkaakbeen. T. intercrurale, tusschen de tractus optici en de pedunculi cerebri. T. interpediculare, = fossa interpedicularis. T. interradiale, de streek der pars flaccida van het trommelvlies. T. lemnisci, driehoekig veld boven aan de zijvlakte der brachia conjunctiva, waar de lemniscus aan de oppervlakte komt. T. Lieutaudii, = T. vesicae. T. lumbale superius, ruimte tusschen den achterwand van den oorsprong van den musc. obliq. internus abdominis en den onderrand van den musc. serratus post. inferior. T. Mohrenheimii, = fossa infraclavicularis. T. nervi hypoglossi, driehoekig veld achter aan de eminentia medialis der fossa rhomboidea. T. olfactorium, reukdriehoek; driehoekige verhevenheid tusschen de wortels der bulbi olfactorii. T. omo-claviculare, = fossa supraclavicularis major. T. omo-trapezoideum, ruimte tusschen den musc. sterno-cleido-mastoideus en den musc. trapezius. T. palatinum, klein, driehoekig veld achter aan de facies orbitalis van de bovenkaak, dat aan het gehemeltebeen grenst. T. Petiti, = T. lumbale. T. Reyli, = T. lemnisci. T. Scarpae majus, = T. femorale. T. Scarpae minus, = fossa ilio-pectinea. T. sterno-costale, gaping in de spieren van het middenrif tusschen pars costalis en sternalis. T. subinguinale, = T. femorale. T. submaxillare, = regio suprahyoidea. T. urogenitale, = diaphragma urogenitale. T. ventriculi lateralis, = T. collaterale. T. vesicae, driehoekig, eenigszins gezwollen gedeelte van het slijmvlies van de blaas tusschen den mond der beide pisleiders en de opening der pisbuis.