Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Tabes

betekenis & definitie

(Lat., uittering), vroeger iedere uitterende ziekte; thans, zonder bijvoeging gebezigd, ruggemergtering. T. cerebralis, ruggemergtering, waarvan de eerste verschijnselen zich in het gebied der hersenzenuwen vertoonen. T. coxaria, atrophie van een been ten gevolge van coxitis; T. diabetica (vgl. Diabetes), verschijnselen van tabes dorsalis bij suikerziekte. T. dors(u)alis (dorsum, rug), ruggemergtering; syn. grijze ontaarding der achterstrengen, leucomyelitis chronica, ataxie locomotrice progressive. T. ergotica, verschijnselen van tabes dorsalis bij ergotisme. T. van Friedreich, erfelijke ataxie, zie Aanhangsel. T. inferior, T. van de lagere gedeelten van het ruggemerg. T. lactea (lac, gen. lactis melk), verzwakking en vermagering door overmatige afscheiding van melk. T. marantica (μαραίνω, uitputten), ruggemergtering met sterke vermagering. T. mesaraica s. mesenterica (μέσος, midden; ἀραιά, buik = μεσεντέριον; zie Mesenterium), „kliertering”, vermagering van kleine kinderen met zwelling en verkazing der buikklieren. T. pulmonalis, longtering. T. saturnina (vgl. Saturnismus), verval van krachten bij loodvergiftiging, S. scrofulosa, = T. mesaraica; vgl. Scrofulosis. T. spasmodique (Fr.), = spastische spinale verlamming (zie ald., Charcot). T. spasmodica (σπασμώδης, krampachtig), selerose van de zijstrengen; zie Little, Aanhangsel. T. spinalis (spina, ruggegraat), = T. dorsalis. T. superior, T. van de hoogere gedeelten van het ruggemerg.