(Lat., gedrag, gewoonte), het uitwendig voorkomen van het lichaam. H. adenoides (W. Meyer Kopenhagen 1873), het voorkomen der lijders aan keelvegetaties. H. apoplecticus, de gedrongen gestalte, die naar vroegere inzichten wees op aanleg tot beroerte. H. enteroptoticus s. paralyticus, de smalle, magere gestalte van menschen met aanleg tot enteroptose (afzakking der ingewanden); syn. asthenia universalis, ziekte van
Stiller. H. phthisicus, teringachtig voorkomen, smalle borstkas, enz.