(Lat., groefje). F. fenestrae cochleae, groefje in het promontorium der trommelholte, in welks bodem het ronde venster naar het slakkenhuis ligt. F. petrosa, rotsgroefje; tusschen fossa jugularis en foramen caroticum externum, waarin het ganglion petrosum ligt. F. prostatica, voorstandergroefje; verwijd gedeelte van de pars prostatica van de mannelijke pisbuis. Fossulae tonsillares, amandelgroefjes, holligheden in de oppervlakte der amandelen. F. vermiana, wormgroefje; achterin de achterste schedelgroeve, waarin een deel van den onderworm der kleine hersenen ligt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk