Tjeerd Bottema geb. Langezwaag (gem. Opsterland) 6 februari 1884. Woonde en werkte in Heerenveen tot 1902, Amsterdam 1903-1907, Italië 1908, reis Spanje-Frankrijk 1909, Engeland 1910, België 1911, Amsterdam 1911, Laren (N.H.) 1911-1919, daarna en thans te Katwijk aan Zee.
Broer van Tjerk Bottema. Leerling van de Industrieschool te Amsterdam o.l.v. KI. van Leeuwen (1903), de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam (1903-1906) o.l.v. T. van der Laars en G. Sturm en van de Rijksakademie aldaar (19031907) o.l.v. A. Allebé, P. Dupont en N. van der Waay. Behaalde M.O. tekenen en in 1907 de Prix de Rome.
Schildert, tekent (pentek.) en etst landschappen met vee, duin- en zeegezichten, bekend door zijn kleuretsen van stadsgezichten in Nederland en België (in romantische trant), doch vooral naam gemaakt met zijn illustraties voor schooluitgaven. Zéér begaafd kunstenaar. Was lid van ‘de club van 10’ uit Laren (N.H.) en ‘St. Lucas’ te Amsterdam. Gaf les aan J. P. F. L. Bes, J. Leopoldt en J. P. A. Wiegman.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.