Johan Coenraad Ulrich Legner geb. Schiedam 2 november 1859, overl. Haarlem 29 december 1932.
Woonde en werkte in Delft tot ca. 1881, Venlo tot 1889, Utrecht na 1889, De Bilt tot 1924, daarna in Haarlem. Studeerde voor architekt aan de Polytechnische School te Delft 1878-1881 (M.O. tekenen). Leraar tekenen M.O. te Venlo, daarna 1889 leraar H.B.S. te Utrecht.
Schilderde, aquarelleerde en tekende landschappen, stadsgezichten en veel portretten. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan J. A. P. Bakhoven, S. Linschoten, B. J. van Tongeren.
Tentoonstellingen Maastricht 1890, Rotterdam. Groningen, Amsterdam enz. 1890-1903: heïdegezichten; lezende vrouw; diverse portretten; strand te Katwijk; aan Zee; gezicht op Utrecht; de Oude Gracht te Utrecht bij regen; Loenen aan de Vecht; de Biltstraat te Utrecht; diverse bosgezichten; de Rijn bij Woerden (behaalde met dit schilderij op de tent. te Barcelona een zilveren medaille): scheepstimmerwerf; de Kranskade te Utrecht: enz.
Centraal Museum Utrecht: bosgezicht; dennenbos in de avondzon (aquarel); damesportret (pastel). Frans Halsmuseum Haarlem: korenschoven.
Luns; Lurasco; Plasschaert.