Gepubliceerd op 21-02-2019

Johan coenraad leich

betekenis & definitie

Johan Coenraad Leich geb. Den Haag 7 augustus 1823, overl. Haarlem 7 juni 1890.

Woonde en werkte in Den Haag, Purmerend 1844, Antwerpen 1847, Willemsoord, Nieuwediep 1867-1888, Arnhem tot ca. 1890. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (na 1839).

Schilderde en tekende genre-, figuur- en historiestukken, ook enkele marines. Leraar aan het Koninklijk Instituut van de Marine te Willemsoord. Gaf o.m. les aan J. Dunselman.

Tentoonstellingen Amsterdam 1844 en 1868, Den Haag 1841-1869. Zutphen 1871 en Haarlem 1879: portretten; enkele genrestukken en enige historiestukken, w.o. de dankbaarheid van Frans van Mieris; een hoflesiuffrouw; Scheveningse jongen met zijn grootvader; loodskotter; de schilder Brouwer in de gevangenis te Antwerpen; een schets in sepia, naar Wouwerman; enz.

Nederlands Historisch Scheepvaart Museum Amsterdam: een ramtorenschip (aquarel 1867). Gemeentearchief Den Haag: de prins van Oranje (Willem III) geeft een bal (tekening in kleuren, gem. J. C. Leich 1845). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en).

< >