Jacob Eriks (‘Jac.’) geb. Amsterdam 2 december 1895, overl. Hilversum 26 december 1965.
Woonde en werkte in Amsterdam tot 1923, daarna in Laren (N.H.). Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. A. Allebé en A. J. Derkinderen. Was aanvankelijk dekorschilder in de Amsterdamse Schouwburg.
Schilderde en tekende goede portretten, landschappen, w.o. berglandschappen in Frankrijk en de Ardennen, bijbelse voorstellingen (figuren), w.o. muurschilderingen, o.a. voor de Johannastichting te Nieuwkoop (Mozes die op de steenrots slaat), in het raadhuis te Huizen (de seizoenen van het leven), schilderde op ’t laatst van zijn leven veel bloemstukken. Was lid van ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van de Ver. v. B.K. ‘Laren-Blaricum’ (voorzitter, later erelid).
Mak van Waay.