J. C. Delecour(t) (François Louis Joseph); geb. Rijssel, woonde in de jaren 1780-1793 in Den Haag en is daar waarschijnlijk na 1799 overleden.
Schilderde hoofdzakelijk miniatuurportretten. Gegevens Gemeentearchief Den Haag: het register van de meestergelden (Arch. Pictura no 10 fol. 43) vermeldt: ‘1789, 12 maij ontfangen van de Migniatuurschilder Delcourt alhier wegens desselfs admissie ter vrije kunstoeffening de somma van f. 18-„-„.” De Aantekeningen van Terwesten in hetzelfde archief, no 24 fol. 109, vermelden: ‘1790 no 327 Delcour (latere hand met potlood: François Louis Joseph Delecourt). Een vrij verdienstig Portraitschilder in migniatuur, van afkomst een Fransman, ten minsten van Fransch Vlaanderen tot Rijssel, omtrent tusschen de dertig en veertig jaaren geleden gebooren, een Hollandsche vrouw (latere hand met potlood: Antoinetta Jardin) getrouwd hebbende, die eenig (woord weggelaten, vermoedelijk zal er moeten staan: geld of vermogen) hadt, heeft hij zig alhier met er woon begeeven”.
In 1790, 1793, 1796 en 1799 worden er in de r.k. kerk in de Assendelftstraat kinderen gedoopt van ‘François Louis Joseph Delecour natif de Lille en Flandre’ en van ‘Antonette Sardin, native de la Haye’. Op 3-111792 geeft François Delcour een volmacht aan zijn vrouw Antonia Sardijn tot waarneming van zijn zaken. (Not. arch. 4532 fol. 548). Op 4-3-1815 maakt Antonia Sardijn, gedesolveerde huisvrouw van François Louis Joseph De Ie Cour, wonende even buiten Den Haag op de Bezuidenhoutseweg, Wijk L. no 465, haar testament. Erfgenaamen zijn haar kinderen. (Not. arch. 4474 fol. 115).
Tentoonstellingen van portretminiaturen te Rotterdam in 1910: enkele dames- en herenportretten, in waterverf op ivoor, w.o. gemerkt Delecour 1792 en 1793. Haags Gemeentemuseum : dame met haar vijf kinderen in het park (in portretstijl), rechts een jongen met een aapje (gem. J. C. Delecourt).
Kramm; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.