Gepubliceerd op 21-02-2019

Bonga, sjoerd

betekenis & definitie

Bonga, sjoerd - geb. Dokkum 28 juni 1794, overl. Marssum (gem. Menaldumadeel) 14 april 1865.

Zoon en waarschijnlijk leerling van Jacob Bonga. Was een bekwaam tekenaar, vooral van oude ge­bouwen.

Tentoonstellingen te Leeuwarden in 1853 en 1859: gezicht op de kazerne te Leeuwarden: gezicht op het Burmaniahuis te Leeuwarden. In de Stedelijke Kunstverzameling (Archief) te Leeuwarden bevinden zich: tekeningen in zwart- en witkrijt, w.o. portretten: een aan tafel zittende vrouw, en tekeningen in kleuren, O.I. inkt en aquarellen van gezichten in en bij Leeuwarden met gebouwen.

Eekhoff: 'Gedenkboek Leeuwarden 1435-1935' (blz. 286). Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Scheen.

< >