Gepubliceerd op 21-02-2019

Bonga, jacob symons

betekenis & definitie

Bonga, jacob symons - ged. Dokkum 9 maart 1758, overl. Leeuwarden 22 mei 1848. Leerling van zijn vader Symon Bonga. Medewerker van A. J. van der Poort en van F. J. van der Elst.

Hij schilderde landschappen en stadsgezichten. Tentoonstelling te Amsterdam in 1818: gezicht op het dorp Schwabstad in Holstein. Fries Museum Leeuwarden: gezicht op Deinum en Ritsema-State: gezicht op het bui­ten Vierhuis aan de Ee bij Leeuwarden: twee voorstellin­gen uit de valkenjacht (tekeningen in O.I. inkt).

Eekhoff; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Scheen.

< >